zaterdag 17 augustus 2013

De boot gemist!

Onze Braziliaanse fietsvrienden hadden ons verteld, dat er een bootje de volgende ochtend om negen uur naar de overkant zou gaan. Wij doen lekker op ons gemak, want wij-vroege vogels-zitten meestal al om half 8, op z'n laatst 8 uur op de fiets. Maar shit happens. Het bootje vertrekt op zaterdag om half negen, hij is dus net weg. De volgende ferry gaat pas om 12 uur. Wat nu? Er zit niks anders op dan te wachten en wachten. Gelukkig hebben we goed gezelschap van Gabriela en Roberto (www.hospedariadabicicleta.com) en zitten we in hun appartementje in historisch San Francisco  do Sul hoog, droog en gezellig tussen idealistische jonge mensen.
Gabriela Binatti heeft een award gewonnen om het fietsen in Brazilië te promoten

PP: De pruttelferry, geschikt voor max. 60 mensen, draait bij aan de 400 m lange pier van Sai. Een half uur varen in de druilerige regen met straffe westenwind heeft ons even droog gehouden, maar de natte uitdaging aan de andere kust vroeg weer om actie. Met drie man tilt men onze beladen fietsen van boord: nauwgezet door ons gecontroleerd of men geen vitale delen van de fiets breekt tijdens zo'n goedbedoelde hulpvaardigheid. Hobbelend fietsend over de ongelijke betonplaten bereiken we het verlaten dorpje, waar volgens onze info overnachtingsmogelijkheden zouden moeten zijn. Niets wijst daar op dus, ik vraag aan de uitbater van een eenvoudige mercado of er een ho/motel is.
Neen, maar 4 km naar het westen, waar we juist nìet heen moeten, is een pousada. IJverig schrijft de behulpzame kruidenier de adresgegevens op. En wat de omstandigheden naar het oosten aangaat?
Een stroom van Portugees wordt over ons uitgestort en we begrijpen dat we eerst 9 km een zand/modderweg moesten doorworstelen. Daarna is het asfalt. Asfalt, een héél belangrijk woord, dat in het Portugees gelukkig hetzelfde is, als in het Nederlands. Goede raad is duur. Gaan we de 4 km de verkeerde kant op door de modder, of riskeren we 9 km onzekere,  kapotgereden, taaie klei? De 30 % kans op regen lijkt zich te beperken tot alleen déze omgeving en blijft irritant juist híer 100% doorzeiken. We besluiten tot het 9 km modderbad met als beloning: asfalt. Met behoorlijke twijfels over dit besluit, glibberen we de bush in. Een uur roodbruine troep voor de boeg. Maar....wat kom je tegen?

Na de eerste km lopen onze fietsen vast in de doorweekte rotzooi. Onze smalle banden zakken weg in de prut en ik besluit om wat lucht uit de banden te laten lopen om het draagvlak wat te vergroten. Dat verbetert zeker iets het rolvermogen, maar voorkomt niet dat we regelmatig een voet moeten uitsteken om niet om te vallen. Blootsvoets in sandalen is dan het meest geschikt. Niet omdat het warm is, maar omdat je modder gemakkelijker uit je waterproof sandalen kunt spoelen, dan uit schoenen. Intussen zijn  onze regenjassen en regenbroeken van binnen door het zweet net zo nat als aan de buitenkant door de regen. Af en toe passeert een auto, die stapvoets rijdend vanuit de modderkuilen een gordijntje prut op ons spuit. Hoe zullen de versnellingen het houden? De ketting?
De velgremmen krijsen bij een glibberhellinkje al een afschuwelijk protest. Zand en modder vernielen binnen no-time ieder high-tech mechanisme. Laten we hier alsjeblieft niet stranden en lopend, verder moeten modderen. Een auto stopt nog onderweg en vraagt of we hulp nodig hebben. Toch aardig. Uiteindelijk halen we het en een gloednieuwe asfaltweg begroet ons. Hoe  blij kun je zijn met hetgeen je voor je deur thuis hebt liggen: asfalt. Ooit zag ik de paus de grond kussen bij aankomst in een ander land. Bijna had ik de neiging ook te knielen en het asfalt te kussen...

Eind goed,algoed!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten