Alhoewel het stadje Santa Vitoria do Palmar een stoffige indruk maakt, is ons hotel Franke kraakhelder. Kraakhelder is uiteraard wat anders dan luxe. In een veeteeltgebied tussen de Atlantische Oceaan en Lagoa Mirim, één van de gigantische randmeren in het zuiden van Brazilie, vind je alleen ophokhotels voor de lokale arbeiders ter grootte van een Nederlands transformatorhuisje . Het ontbijt is eenvoudig, maar voorzien van verse broodjes, koffie, kannen met diverse sappen en door de vrouw des huizes zelf gemaakte notencake.Heel verrassend is het afscheid: de eigenaar heeft onze fietsen al buiten gezet, laat zich fotograferen met de overal gebruikte pot met thee en zijn vrouw omarmt Annelies vlak voor het opstappen.
Enige uren begeleidt de stevige ochtendzeemist ons op de noordelijke route.Bij een korte rustpauze zien we twee vrachtagenchauffeurs hun maaltijd voorbereiden.Op een uitschuiftafel deponeren ze hun benodigdheden en koken daar hun prutje. We voelen ons verwant. Hun maaltijdvoorbereiding lijkt op de onze. Zij koken naast hun vrachtwagen, wij in een bushokje.
Ergens op de route duiken een paar shabby huisblokjes op met een al even povere mini-mercado. Deze lijkt open, maar een traliedeur met hangslot blokkeert de ingang. We lopen achterom en komen uit bij diverse, aftandse hokken met varkens en een en enkele gans.
Kippen lopen, zoals overal hier, vrij rond en vrolijken de modderige ommegang met hun veelkeurige verenpak wat op. Armoede troef. Basale vorm van leven. De plaatjes van Ot en Sien komen in mij op, zij het dan in een veel vuiler en erg vervallen entourage.Met enige hola-geroep krijgen we de eigenaresse haar achterkamertje uit en ze opent voor ons haar kruideniersmekka. Zakken uien, een roestige koelvitrine, planken met een zeer beperkte sortering pasta's en haakjes met werelds snoepgoed vullen grotendeels haar 25 vierkante meter grote winkeltje.Met vingerwijzen en woorden die we radend romaans-linguïstisch inkleuren, communiceren we met de boerin/kruidenierster.Buiten in de middagzon breken we een staaf chocoladekoekjes open en slaan die bijna geheel achterover. Onze fietsspieren vragen om zoetigheid. Annelies geniet van de geur van de was, die buiten droogt. Dat geeft haar iedere keer een geluksgevoel.
Twee jongetjes van rond de tien jaar komen nieuwsgierig naar ons kijken .Ze hebben duidelijk lol om onze verschijning. Ze kijken naar ons alsof we van een andere planeet komen. Ons gevoel strookt daar ook mee. De fietsen die wij tot nu toe gezien hebben, zouden in Nederland de ruimschoots de oud-ijzerhandel gehaald hebben.We zetten na dit suikershot onze weg voort naar een benzinestation, dat volgens onze info na 80 km voor die dag de eindbestemming zal zijn. Klopt niet. Na 60 km bereiken we dat doel al en aangezien we daar horen dat 15 km verderop een hotel langs de weg ligt, besluiten we dat stukje er bij te pakken.
We corrigeren onze positie. Het hotel had geen uithangbord, zei men, maar we kunnen het niet missen. Het is langs de weg. Toch missen we het de eerste keer, maar dat komt omdat het achter een
complex met enorme graansilo’s bevindt. Meer arbeidershuizen staan op een rij er naast.
Een jonge man opent vriendelijk de hordeur, beaamt dat dit inderdaad een hotel is en
maakt ons duidelijk dat een overnachting
35 reaal kost.(ca.12 euro) Dat is uiteraard geen geld, maar de rond een
achtertuin liggende kamertjes zijn haveloos, evenals de toiletten en de douche. De tegeltjes van de douche vertonen een maanlandschap van scheuren en putten, terwijl het veel te smalle gordijn is opgehangen aan rondhouten, die op hun beurt weer steunen op een ruwhouten lat. Het verwarmingselement werkt niet, dus is het water koud. De elektriciteitsdraden hangen als spaghetti rond het de verwarmingskop. Met kans op elektrocutie liever geen warm water. Dat wordt vanavond even kort, en vooral fris, douchen. Bij het naar bed gaan krijgen we de volgende verrassing. Peter zakt door de van ruw hout getimmerde lattenbodem. Houtworm! Na het geheel weer iets hersteld te hebben, trekken we de bloemrijke, zeer dunne, maar wel schone lakens over onze fietskoppen. Paardendekens houden ons voldoende warm tot de volgende ochtend 6.30 u. Vanaf 7 uur was het pequeno almoco, het ontbijt. We zijn de enige gasten en treffen nu een vrouw in de keuken aan, die een mandje met witte boterhammen en twee bakjes ter grootte van een waxinelichtje met boter en hazelnootpasta klaar heeft. Een thermosfles heet water, oploskoffie en een pot suiker is het overige. De vrouw schiet ons aan, ratelt wat onverstaanbaars en toont een schrift met daarop één poppetje met 35 reaal en twee poppetjes met 70 reaal. (23 euro).We begrijpen dat het tarief van gisterenavond kennelijk niet juist is.
We betalen gewillig bij, want uiteindelijk is de armoede hier groot, de prijs klein en weten we echt niet of het een vergissing betreft. Misschien heeft men vannacht de list verzonnen ons als rijke buitenlanders maar dubbel tarief te rekenen. Wat dan ook: voor dat luttel bedrag hebben we dan ook wat……
Geen opmerkingen:
Een reactie posten