woensdag 24 juli 2013

Natuurkunde 1

Wanneer je aan de elementen en basale levensbehoeften bent overgeleverd als wij, dan heb je veel disciplines nodig: richtinggevoel, kaartlezen, Jan-Pelleboer-weersvoorspelling, intuïtie, gezond verstand en stom geluk.
Zondag 22 juli hadden we de 6-7 Beaufort, snijdende, 4 gr.C., ZW-wind schuin tegen en dat bracht ons op maar 15 km/uur gemiddeld. Het is dan langdurig zwijgend stampen op de pedalen en de cadans in je lijf houden.
Rond het middaguur pikten we de 1 (snelweg naar Montevideo) oostelijk op en koersten, nu tailwind, de laatste 70 km’s naar de hoofdstad van Uruguay.
Maaltijden worden bij ons doorgaans eerder bepaald door de gelegenheid, dan door “etenstijd”.
Zo rond 14.30 u troffen we onder de steeds dreigender regenwolken een wegrestaurantje. Tijd voor koffie met een lokale zoetigheid. Direct al werden we aangesproken door iemand die ons met de auto gepasseerd was en ons nu weer herkend had. Hij stond er op dat wij hem zouden bellen als wij problemen zouden hebben. Braziliaan was hij en woonde in een Hollandse kolonie langs onze route in het noorden. Dat is nou, wat ik bedoel met “stom geluk”. Wij komen overal de meest gekke en leuke mensen tegen.
Intussen had Annelies haar oog laten vallen op de gebruikte tafel naast ons.
Het bord met left-overs, witte bonen en nog veel meer, zag er smakelijk uit en mijn impulsieve Annelies riep gelijk de afruimende dienster toe: “Dos !” (Da’s 2  stuks, weet ik nu.)
Spoedig verscheen bij ons op tafel een mandje met veel witte broodjes, een bakje heerlijke smeer en de Cola light.
Kort daarop serveerde de snelle dienster die twee bedoelde borden met “witte bonen en nog veel meer”.
We vielen aan, want 60 km fietsen maakt hongerig. Annelies ontdekte als eerste wat stroken “zwoerd” in de warme brij.  Zwoerd is  goed doorgekookte, versneden varkenshuid met onderliggend spek, toch? Niks mis mee, want ik ben er mee grootgebracht en we lieten het ons aanvankelijk goed smaken.
Edoch, mijn biologiekennis over ingewanden en mijn ervaring met hondenvoer gaven weldra punten van herkenning.
De harige en morielje-achtige structuur van deze vleesstroken vertelden mij wat anders: koeienpens. In Frankrijk en Schotland een locale delicatesse. We hadden al het nodige op, maar dan blijkt “weten wat je eet”, toch een behoorlijke rem op het netjes leeg maken van je bordje…
We de slierten koeienmaag spoedig voor wat het was.
Beschamend stelde ik vast hoe onze westerse, Europese smaak ons heeft vervreemd van de natuur en basale levensbehoeften. Zelfs ik, van huis uit opgevoed met “eten wat de pot schaft”, liet het nodige achter op mijn bord.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten