dinsdag 30 juli 2013

Don’t worry, be happy!


Omringd door een grauwe zeemist vertrokken we van een bijna leeg hotelletje in Punta del Diablo. Volgens de reisinformatie zou dit kustdorpje een bruisend, exclusief centrum van de happy few moeten zijn. Nu leek het er echter op dat, met nagenoeg alle trendy shops gesloten wegens de wintertijd, geen hond daar zelfs gratis zou willen verblijven. Geen hond? Nou ja,.. de middag tevoren had ik nog mijn glasvezel stok getrokken om twee groepen agressieve blaffers van mijn fietsende kuiten weg te slaan. Samen trapten we in de vochtige zeenevel de nodige kilometers weg richting Braziliaanse grens. Plotseling verdubbelde de breedte van onze tweebaansweg zich en enorme strepen als van een gigantisch zebrapad markeerden de overgang. Een landingsbaan! Als breed onderdeel van een weg. Het in megaletters gekalkte nummer 03 completeerden de airstrip.
Aan de Uruguayaanse kant van de grens was het even zoeken naar het juiste loket. Overal waren wel wat kantoortjes met mannetjes die iets belangrijks achter een computer leken te doen, maar nergens was leesbaar waar je je moest begeven voor enig stempelwerk in je paspoort. Dat werd lukraak even vragen met een paar woorden, waarvan we dachten dat ze een Spaanse klank hadden. Met een half leesbare goedkeuring van grensoverschrijding peddelden we naar de Braziliaanse bewakers, die evenals de Uruguayaanse collega’s hun loketten aan de verkeerde kant van de weg hielden. Alsof je in een links rijdend land terecht kwam. Een lastig te begrijpen Braziliaans formulier diende ingevuld te worden en na nauwgezette controle door de douanecommies rolden we Chui binnen. Een paradijs voor taxfreekopers diende zich aan. Brede straten met schreeuwerige teksten wedijverden om onze aandacht.Wereldmerken sloegen ons om de oren met gefotoshopte vrouwelijkheden en meer, voor fietsers, overbodige luxe-artikelen.
Annelies: In Chui wisselen we al onze dollars om, die we in Uruguay getrokken hebben. Dus met ons geld zit het wel goed. Ik vind dat Peeetje zich te druk maakt, maar dat hoort nu eenmaal bij hem! Met een volle portemonnee gaan we meteen heerlijk uit eten in een Italiaans restaurant tegenover de cambio. Handen worden geschut en een Sandra geeft haar visitekaartje aan ons.Ze nodigt ons uit in haar posada in Porte Alegre. Sandra is fysiotherapeute en dermatologe .Ik wil haar meteen mijn alopecia aretha laten zien, maar laat het toch maar. Of we bij haar langs gaan, weten we nog niet. Wat een vriendelijkheid in een keer en wat een lekker eten voor weinig geld. Een vrouw op straat vraagt of we een foto van ons tweeen willen. Ja, dat willen we wel! Na 35 km met inmiddels weer een blauwe lucht boven ons, de mist is opgetrokken rond elf uur, komen we in Santa Vitoria do Palmar! Weer een zeer levendig stadje. We vinden een hotel voor werklui en slenteren in de zon door de hoofdstraat! Je zorgen maken is de verkeerde kant op fantaseren, lees ik ergens en daar ben ik het helemaal mee eens. Don't worry, be happy en dat doen en zijn we ook!


maandag 29 juli 2013

Brazilië!


We fietsen Uruguay uit via een landingsbaan. Hoe dichter we bij Brazilië komen, hoe warmer het wordt!  De vogels fluiten hier net zo mooi, maar de  mensen zijn al meteen veel aardiger en de prijzen zijn ook beter. Kortom, dat betekent veel goeds en we hoeven nog maar 2062 km naar Rio de Janeiro, ziet Peter!


zondag 28 juli 2013

Punta del Diablo!

Vandaag wilden we gaan kamperen, want alhoewel het hier winter is, vinden wij de temperatuur vandaag 's zomers! De nachten zijn erg koud, zelfs op de kamertjes waar we geslapen hebben, maar zijn wij nou ervaren wereldfietsers? The Lonely Planet belooft, dat er twee campings het hele jaar open zijn en je kan er ook cabins huren met elektriciteit. Wij gaan ervoor! We vertrekken uit ons hotelletje uit Rocha pas om half tien.De zon staat hoog aan de hemel. Na 35 km een parador, netjes aangegeven, zoals het hoort! 'n Lekker bakkie en als extra toegift kan ik ook nog eens mijn zweethemd snel wassen in de wc. Sokken van gisteren liggen al te drogen op de voortassen. Truitje kan er mooi bij.

Ik verheug me op de mooie kust bij Puenta del Diablo. Ik zie ons al zitten bij ons tentje heerlijk in de zon! At least op de veranda van een cabin! Ons middageten (spinaziequiche) verorberen we op een bankje in het park van Castillos. Mijn hoofd gaat in de zon (lichttherapie)! Die kale plekken komen zeker te weten van de inentingen tegen rabiës. Ik zie eruit als een zieke hond. Goed, dat niemand me hier kent!


 
Het blijft kicken. Wilde emoes en tentjes met lokale koopwaar zomaar uit het niets. Wind in de rug en de hoogste gemiddelde snelheid ever (20.1)! En dan plots ook uit het niets, komt er mist op. Peter vertelt, dat dit in Oostvoorne ook wel eens gebeurt. En zo komen wij in de kou aan in Punta del Diablo. De camping is dicht en onze fantastische fietsdag eindigt in een hotel, waar wij de enige gasten zijn. Alsof de duivel ermee speelt!


Kniediep


De zon komt op deze breedtegraad pas op rond 7.30 u. In Faro José Ignaco, een klein kustplaatsje,  kleurden de smalle wolkenslierten bloedrood en felgeel door de opkomende zon.
Het beloofde weer een schitterende dag te worden met weinig wind.
Twee lagunes lagen op onze kustroute, maar aangezien de eerste een veerpontje had dat pas om 12.30 u zou varen, besloten we een omweg te maken en de tweede lagune-oversteek te pakken via onverharde wegen.

Op de kaart en op google maps leek er een verbinding te zijn tussen twee landtongen waar lagune en zee gescheiden bleven.
Ongeveer 13 km vóór die overgang stond een bord met de mededeling dat de weg niet verder liep. Nu heeft een fietser al gauw genoeg aan een 50 cm breed paadje, dus hoeft zo’n mededeling als Ruta sin continuidad”, niet veel te betekenen.
We vroegen het nog voor de zekerheid nog even aan een wachtpost bij een hacienda. Nee, beduidde de vriendelijke beveiliger met handen en voeten. “Agua” oftewel het water, tot kniehoogte. De bicycleta draag je gewoon op je schouders over.
Ik:”Distancia?”(Afstand?....Je leert dagelijks Spaanse woorden bij.) Nou, hij gaf ongeveer 50 meter aan. Eitje dus. Dat zagen we  wel zitten. Broek uit en een keer of wat met fietsen en tassen heen en weer waden naar de overkant. Leuke trip vandaag.De 13 km naar de lagune-oversteek bestond uit steeds een steeds ruiger wordende 4-wheeltrack. We slalomden derhalve rond moddergaten en omzeilden diepe banden geulen. Het pad eindigde in het zand, vanwaar we al op behoorlijke afstand de doorwaadbare plaats zagen liggen.
Tussen lege schildpaddeneieren door trokken we met moeite de beladen fietsen door het zachte zand. Dat was zwaar bikkelen, maar wel de moeite waard, want honderden meters verder lonkte de overkant.
Na zo’n 20 minuten zwoegen  kwamen we bij de nauwe doorgang.
Het zoete lagunewater stroomde echter met grote snelheid de zee in, dus het werd zoeken naar een ondiepe plek. Het meest geschikt leek de plaats waar het water in zee uitstroomde. Alhoewel het er ook dáár nog vrij woest uit zag, ga je dat eerst proberen.
Het bleek al snel geen haalbare kaart. De bodem was erg zacht, zeer onstabiel en de stroom zoog het zand onmiddellijk rond je voeten weg. In no time verloor je je evenwicht. Ook op andere plaatsen was het geen doen.
Aangezien de middag al vorderde en we niet met water en voedsel op wildkamperen gerekend hadden, moesten we terug.Met wéér die 25 km onverharde, ruige gravel/ kleiwegen en daarna nog 20 km asfalt, konden we het dichtstbijzijnde stadje Rocha nog net bij zonsondergang halen. Al met al duwden we er die dag 112 zware kms doorheen.

zaterdag 27 juli 2013

Alles goed hier!

Gisteren 112 km gefietst en maar 60 km opgeschoten (lees verhaal Peter, kniediep). Al twee dagen geen Wifi en gisteren slechte verbinding. Het is nu drie in de nacht, ik kan niet slapen en verbinding is beter. Alles is ok! We genieten enorm. Verhalen volgen.



donderdag 25 juli 2013

Weer beter!

In het hoerenmotel werd ik midden in de nacht wakker! Ik had het koud en warm tegelijk. Ik lag ook te kreunen, maar om een andere reden, dan op de kamer naast ons (lees verhaal Peter). Meteen aan de Ibuprofen 600 mg en daar ben ik weer op in slaap gevallen. Volgende dag hoefden we maar 30 km naar Montevideo en dat ging goed. Rond half zes lag ik in bed met een slaapzak voor min 10 over me, fleecetrui aan en de verwarming op hoog. Peter vermaakte zich met Jack Daniels en  verhaaltjes schrijven. Meteen aan mijn meegenomen antibioticakuur begonnen. O, o waar zijn mijn principes? Veel homeopatische winkeltjes gezien met Bach remedies tijdens mijn korte wandelingetje. Als ik wakker werd dreunde ik positieve affirmaties op en me voorgenomen als ik echt ziek word, kan ik naar huis.
De medicijnen deden hun werk, ik hield me 'n dag rustig en volgende dag was Peter zeer verbaasd, dat ik na een onrustige, zweterige nacht (mijn hele leven kwam voorbij) zei: "We gaan fietsen!" Na 50 km wist ik, dat er een plek om te slapen was. Dat gaf rust. Ik nam cola na mijn ontbijt. Dit heb ik geleerd in India! Dat stopt diarree. En jawel hoor, ontbijt bleef binnen.
Het was een strakblauwe lucht, gunstige wind en al gauw fietsen we langs de boulevard van Montevideo duimen krijgend en bon dia roepend. Nog een enkele zwerver, die uit een container zijn eten zocht en toen was Montevideo al weer een herinnering.

Ik was weer in mijn element. Om half  negen was het zes, om half tien 10 en om twaalf uur 14 graden. Lagen kleding gingen uit. Peter deed zelfs zijn lange broek uit. En zo eindigde deze superdag met 94 km op de teller in Hosteria Bella Vista om vier uur in de middag. Zelfs nog tijd om voor het donker een wandeling langs het strand te maken! En.....ik had zelfs weer zin in een (klein) biertje! Weer beter en ik weer beter!


woensdag 24 juli 2013

Oma


Annelies en ik wandelden door het oude stadsdeel van Montevideo, nadat we ons intrek hadden genomen bij een eenvoudig hotel.
De fietsen? No problem, verzekerde ons de baliemedewerker: Just around the corner, next entrance.
Een aluminium deur ging open en een ruim 1 m breed gangetje voerde ons naar binnen. Het was passen en meten, maar we schuurden met tassen via een geheime weg de hal in.
De prijs in dollars of per creditcard sprak ons al aan, maar als we in pesos betaalden, dan had hij zelfs een “special offer”.
Kijk, in Zuid-Amerika is alles onderhandelbaar. Soms biedt men zelf al aan waar de preferenties liggen. Het woord “omkoping”is nog niet aan de orde, maar de schaal is al glijdend, zullen we maar zeggen.
We sjouwden de tassen met een lift uit het jaar 1930 met stalen scharnierkooi naar kamer 205 en besloten tot een ommetje door het centrum.
De doorsnee Uruguyaan in Montevideo hult zich in zwaar gewatteerde jacks, furcoats, mondshawls en capuchons. Het lijkt wel koud. “Watjes” zijn het.
Een lokaal bruin eetcafé trok onze aandacht en we togen naar binnen. Toen begon de grote puzzel. Wat bestel je bij een Spaans gebekte oma, die in een stortvloed van woorden en met innemende charme ons een onbegrijpelijk menu aanpraat?
We snapten alleen dat oma voor Annelies iets met pescado (vis?)en papas (aardappelen?) bepaalde en ik zou een mysterieus bord met carne (vlees) ontvangen. Oma bemoederde ons met de dominante stijl van een madre familias en schommelde even later naar onze tafel met een hoeveelheid brokken groenten, vis en vlees.
“Vlees” is hier meer een “stuk dier”.
Op mijn bord lag een flink stuk gezaagde ruggengraat met bijbehorende spiergroepen. Uitbenen, ontvellen of fileren is hier onbekend.
Je eet het allemaal op, òf je pulkt zelf verder het spierkapsel, de dikke vetaderen, de zenuwbanen en het kraakbeen van het dampende stokjesvlees. Andermaal ervaren wij weer hoe idioot ver wij van onze oorsprong vervreemd zijn.
Hier eet men nagenoeg het hele beest, in plaats van, zoals bij ons, 65% te verwerken tot diervoeder, of onzichtbaar te verwerken tot worst.
Oma  glunderde van trots, ratelde aan één stuk door in het Spaans en bracht ons ongevraagd ook nog twee door haar zelf gemaakte puddinkjes met likeur. Handenwrijvend genoot ze van onze glimlach.
Oma’s zijn overal het zelfde: we moesten maar vooral véél eten!

Natuurkunde 2


Tijdens onze restaurantstop met de koeienpensmaaltijd op 30 km afstand van Montevideo, was het stevig gaan regenen.
De omstandigheden waren duidelijk: we moesten onderduiken.
Na enig gesteggel en frequente slagregens, ontdekten we een motel op enige km’s afstand en meldden ons bij het kantoor.
Ze bood ons een prijslijst met variabele huur vanaf 1  uur t/m 24 uur.
Wie huurt nu een motelkamer voor 1 uur? Alle gelegenheid voor een vluggertje. De tand des tijds omtrent erotisch samen-zijn, eist zo zijn tol, nietwaar? We boekten derhalve 24 uur.
De ingang van onze kamer was een soort garage, die door het kantoor op afstand, video gecontroleerd, geopend en gesloten werd. Inpandig werden je handelingen geregisseerd tot aan de slaapkamer. Je kon echter óók niet vrijwillig naar buiten…De camera deed de rest.
Het bleef intussen storten van de regen, dus we nestelden ons (verwarming aan ) in de slecht verlichte kamer met wel vier enorme spiegels.
Het tv-menu sprak boekdelen: Futbal en Porno.
Onze afstandsbedieningen voor tv, verwarming en de koffie, kregen we via een soort gevangenisluikje. Het kantoor was ook altijd op slot. Alle ingrediënten voor een zéér apart motel waren dus aanwezig.
Welnu, wij vonden gelukkig een droge plek om de ijzige hoosbuien die nacht te ontlopen, maar in de loop van de avond werden we, voorspelbaar door de dunne wanden, wakker gehijgd door een  
Urugyaanse, die ongegeneerd en luidruchtig wulps, haar al-dan-niet- betaalde orgasme door de muren dreef.

De volgende morgen was er weer gewoon:… koffie.

Natuurkunde 1

Wanneer je aan de elementen en basale levensbehoeften bent overgeleverd als wij, dan heb je veel disciplines nodig: richtinggevoel, kaartlezen, Jan-Pelleboer-weersvoorspelling, intuïtie, gezond verstand en stom geluk.
Zondag 22 juli hadden we de 6-7 Beaufort, snijdende, 4 gr.C., ZW-wind schuin tegen en dat bracht ons op maar 15 km/uur gemiddeld. Het is dan langdurig zwijgend stampen op de pedalen en de cadans in je lijf houden.
Rond het middaguur pikten we de 1 (snelweg naar Montevideo) oostelijk op en koersten, nu tailwind, de laatste 70 km’s naar de hoofdstad van Uruguay.
Maaltijden worden bij ons doorgaans eerder bepaald door de gelegenheid, dan door “etenstijd”.
Zo rond 14.30 u troffen we onder de steeds dreigender regenwolken een wegrestaurantje. Tijd voor koffie met een lokale zoetigheid. Direct al werden we aangesproken door iemand die ons met de auto gepasseerd was en ons nu weer herkend had. Hij stond er op dat wij hem zouden bellen als wij problemen zouden hebben. Braziliaan was hij en woonde in een Hollandse kolonie langs onze route in het noorden. Dat is nou, wat ik bedoel met “stom geluk”. Wij komen overal de meest gekke en leuke mensen tegen.
Intussen had Annelies haar oog laten vallen op de gebruikte tafel naast ons.
Het bord met left-overs, witte bonen en nog veel meer, zag er smakelijk uit en mijn impulsieve Annelies riep gelijk de afruimende dienster toe: “Dos !” (Da’s 2  stuks, weet ik nu.)
Spoedig verscheen bij ons op tafel een mandje met veel witte broodjes, een bakje heerlijke smeer en de Cola light.
Kort daarop serveerde de snelle dienster die twee bedoelde borden met “witte bonen en nog veel meer”.
We vielen aan, want 60 km fietsen maakt hongerig. Annelies ontdekte als eerste wat stroken “zwoerd” in de warme brij.  Zwoerd is  goed doorgekookte, versneden varkenshuid met onderliggend spek, toch? Niks mis mee, want ik ben er mee grootgebracht en we lieten het ons aanvankelijk goed smaken.
Edoch, mijn biologiekennis over ingewanden en mijn ervaring met hondenvoer gaven weldra punten van herkenning.
De harige en morielje-achtige structuur van deze vleesstroken vertelden mij wat anders: koeienpens. In Frankrijk en Schotland een locale delicatesse. We hadden al het nodige op, maar dan blijkt “weten wat je eet”, toch een behoorlijke rem op het netjes leeg maken van je bordje…
We de slierten koeienmaag spoedig voor wat het was.
Beschamend stelde ik vast hoe onze westerse, Europese smaak ons heeft vervreemd van de natuur en basale levensbehoeften. Zelfs ik, van huis uit opgevoed met “eten wat de pot schaft”, liet het nodige achter op mijn bord.

zaterdag 20 juli 2013

Naar Uruguay...Via Argentinië?... Naar Uruguay!




“You put your bike outside”, zei de baliemedewerker van Buquebus, de ferrymaatschappij.
We hadden ons ruimschoots tevoren gemeld bij het vertrekpunt over de brede Rio de la Plata. Drie uur varen naar Uruguay. Tevens dient dit gebouw als douanepunt, want je gaat de grens over vanuit Argentinië.
Onze fietsen met ons hele hebben en houden eraan buiten zetten? No way.
We deden of we gek waren en sleepten onze bulky vehicles zelfs tot in het restaurant naast onze tafel.
Onze internetreservering klopte gelukkig en met wat stickers en andere paperassen moesten we op een bovenverdieping de douaneformaliteiten afhandelen. Op fietsers is echter niet gerekend, dus moesten we wat creativiteit uit de kast halen.
Het gaat hier net als op Schiphol: eerst je tasje scannen, de bodyscan en vervolgens de immigratie van Uruguay.
Annelies bewaakte de fietsen beneden, terwijl ik me naar het grenzencircus op de eerste verdieping begaf.
Ik meldde gelijk al bij de scanners dat ik even later weer terug wilde voor mijn fiets. Zo’n moeilijke opmerking moet je echter 3 keer langzaam met fietsende handgebaren herhalen.
Ahhhh,…bicycle! Yes,…ok. Maar dat kan eigenlijk niet.
“This is the border, you know. Not back to Argentina…”
Gewoon een stalen gezicht op zetten en herhalen: “I go back for my bike.”
Dat werkt. Ok, ok….
Je kiest dan daarna één van de vele hokjes waar gestempeld wordt, men je vingerafdruk opslaat en een glossy pasfoto maakt.
Andermaal vooraf gemeld dat ik weer terug wilde met mijn stempels.
Beide douanedames keken elkaar aan en leken mij te snappen. Engels is daar een lastige taal, dus ga je gewoon hetzelfde wat harder roepen. Kwestie van volhouden en vooral een zelfverzekerde houding aannemen.
Met een handjevol papier snelde ik terug, tegen de mensenstroom in. Terug de grens over naar Argentinië. De scannerman herkende me gelijk en liet me weer door.
Annelies aan de beurt.
Met mijn korte uitleg over de bizarre grenstaktiek, rende ze de trap op om eerst Uruguay in, om daarna weer terug te sluipen naar Argentinië.
Een minuut of tien later arriveerde ze weer opgewonden in de centrale hal beneden. Ze had een verkeerde douanebeambte getroffen, die haar weigerde terug te laten gaan en haar de paspoort pissig terugsmeet.
Vervolgens probeerde Annelies het bij loket nr.12, waar ik mijn flexibele dames had getroffen.
Ziedaar: No problem!
Nu we allebei weer terug waren in Argentinië, wandelden we buitenom naar het nog geheel lege roll–on/roll-off deck, waar een groepje ferrymannetjes bij elkaar stond.
Je verwacht dan dat je weer alles moet uitleggen en alle papieren moet tonen. Je loopt per slot van rekening van Argentinië zomaar Uruguay in….
Niks controle. We hadden eigenlijk gewoon vanaf de straat zómaar het schip op kunnen fietsen.
Of we de fietsen daar maar in de hoek wilden neerzetten.

Flapperdeflap!


De laatste vraag op het ATM-scherm van de Argentijnse flappentap was: Do you want a receipt?
Uiteraard wil je dat en je drukt: Yes.
Het antwoord flitst in groen op: This an invalid amount.
Invalid amount?
Nog eens geprobeerd met een ander, lager bedrag.
De tap wil maar niet flappen en houdt hardnekkig vast aan dit zinnetje.
We stapten de eerste dag na onze vlucht op de fiets vanuit onze B&B op 4 km van het vliegveld.
De 30 km naar het centrum is peanuts voor ons en we verwachtten een relaxed ritje. Intussen zouden we onderweg wat geld trekken.
Banken vind je overal. Ook langs onze entreeroute.
Opvallend was, dat er wel lange rijen voor de geldgleuven stonden, dus het werd zoeken.
De eerste bank met tap werd een tweede, de tweede een derde en de derde een vierde. Alle geldgleuven vertoonden: “invalid amount”.
De trip van 30 km werd 40 km en over die 40 deden we door het bankgebeuren ongeveer 6 uur…
Nu had Annelies al hulp van een bediende gehad, maar zonder resultaat.
De vierde poging besloot ik vol te houden. Een Engels sprekende bankmedewerker begon ijverig helpdesks te bellen en kwam geen stap verder. Ook een foutmelding leverde niks op. De geldgleuf bleef potdicht voor onze Rabo- en ING-passen.
Men besloot het ING-hoofdkantoor in Buenos Aires te bellen. Ik werd netjes te woord gestaan, maar ik moest volgens hen contact opnemen met Amsterdam.
Welnu, dat deed men en ik kreeg de 24-uurs alarmdienst in Nederland. Na de verplichte controle m.b.t. mijn identiteit haalde men alle gegevens door de molen.
Nee,….niets mis met de kaart. Hij zou het overal ter wereld moeten doen.
“Excuses voor het ongemak, meneer De Visser, wij kunnen niets meer voor u doen.”
Aldus de ING-Nederland en zonder één peso stapten we weer na anderhalf uur oponthoud op de fiets.
Nu hebben we ook nog wel een creditcard, maar je betaalt op het platteland geen kopje Columbiaans nat met een creditcard…
De volgende dag bleek één biljettengleuf in het centrum van Buenos tòch pesosjes te braken.

Alhoewel ons cashprobleem opgelost was, lieten we de ING er niet mee wegkomen. We stevenden naar het hoofdkantoor daar.

Buenos Aires here we come!



In alle vroegte (half zes) staat Melanie voor de deur. Haar paardentrailer hebben we gisterenavond al geladen met onze fietsdozen en bepakking. Wat een luxe, om in een comfortabele auto te glijden en rustig naar Schiphol gereden te worden. Even is het moeilijk om met die grote doos door de draaideur de vertrekhal binnen te gaan, maar een vriendelijke man houdt de deur tegen, zodat mijn doos met fiets niet geplet wordt. De grondstewardess deelt ons mede, dat ze geen stoelen voor ons heeft. Wel raar omdat we al in januari geboekt hebben en we onze fietsen tijdig moesten aanmelden. Ik maak me niet druk. Dit gaat goed komen. Ik weet het zeker. En ja hoor. Op de langste vlucht ooit (14 uur) vliegen we business class. Lucky we! Voor het eerst in mijn leven heb ik kunnen slapen in een vliegtuig. Lekker plat gelegen, gegeten, gedronken (organic wine) en  films gekeken. Zelfs Amour en Jagten kon ik op mijn privé-scherm zien. Ik hoor Youp van 't Hek nog zeggen bij Pauw en Witteman, dat hij dat de beste films vond, die hij ooit gezien heeft. En ik ben het helemaal met hem eens. Mijn rug voelt goed en ik kan eindelijk onthaasten. Nu maar hopen, dat er op die kale plek op mijn hoofd weer haren gaan groeien. Zo jammer dat dat de laatste week voor vertrek zoveel energie kostte. De uren vliegen voorbij zonder dat ik er erg in heb. Half acht 's avonds landen we. Het is  donker. De fietsdozen staan al naast de band en de rest is er binnen een half uur.  Iemand belt voor ons naar het door ons gereserveerde hotel en na 10 min. komt er op de afgesproken plaats een Renault Kangoo met Bernies Guesthouse erop geschilderd. Oeps, hoe moet dat nou? Hoe krijgen we alles mee? Zonder een woord te zeggen, met gebarentaal opdrachten naar ons gevend, legt man twee dozen achterin. Klep blijft open en Peter moet  fietsdozen vasthouden. Gaat dat Ik blijf achter met alle bagage. Wachten tot mannetje met auto weer terugkomt. Na een half uur is hij gelukkig terug. Wat zou er gebeurd zijn als er niemand was teruggekomen? De volgende morgen maakt Peeetje me om 9 uur wakker. Fietsen zijn al in elkaar gezet. Douchen, ontbijten en een praatje met local, die met Amerikaanse getrouwd is en daar gaan we. Buenos Aires, here we come! Wat opvalt, is het slechte wegdek, de rotzooi langs de kant van de weg en de vele zwerfhonden. Ook zien we lange rijen dik ingepakte wachtende mensen. We dachten dat ze aan het wachten waren bij een voedselbank, maar het is een pinautomaat. Laten wij ook maar eens geld gaan pinnen. Het duurt even voordat ik aan de beurt ben. Maar dan kom ik terug zonder een enkele pesos. Ik word naar een bank een stukje verderop gestuurd. Ook daar lukt het niet. Twee hotemetoten kijken met me mee. Bij het invullen van mijn pincode draaien ze discreet hun hoofd weg. Ik probeer creditcard en wereldpas, maar ik krijg steeds dezelfde foutcode. Hotemetoten snappen het ook niet! Weer terug met lege handen naar Peter. Hij gaat het proberen met z'n ING-kaart. Mijn eigenwijs mannetje denkt zeker weer, dat ik het niet goed doe. Hij treft wel 'n goed Engels sprekende man en belt zelfs met interhelp van ING. Zijn kaart staat goed ingesteld en ze kunnen echt niks voor hem doen. Ik wacht en wacht en wacht. Kom nou en vergeet het geld. Ik wil fietsen en naar ons hostel. En dat doen we uiteindelijk ook. Zonder een pesos op zak arriveren we daar na 6 uur en met maar 40 km op de teller. Maar weer hebben we geluk, want we krijgen een heus appartement voor ons tweeën i.p.v. een double room met shared bathroom and shower. We hoeven morgen pas te betalen, met pesos graag. Creditcard gaat niet. Wel kunnen we euro's wisselen voor een zeer gunstige koers. Doen we meteen. Helaas hebben we er maar 60 bij ons. We lopen een rondje en duiken tegenover ons hostel een bruin café in. Pelpinda's, bier en lekker eten en...we kunnen met creditcard betalen. Zo komt alles van dag 1 in Argentinië goed! 
Saillant detail van ons appartement in Buenos Aires: er zit geen stop in het bad. Het  schuursponsje (altijd bij de hand voor vieze wasbakken, baden en gootstenen) geef ik die functie. Maar wat gebeurt er wanneer ik het eruit trek? Het water komt omhoog uit het putje en badkamervloer stroomt onder. Vlug weer dichten en langzaam aan bad leeg laten lopen. Op naar het warme hostel, maar...er is niemand. We zouden toch ontbijt krijgen om 8 uur?  Dan maar eerst een rondje lopen. Om half negen is er nog niemand. Forget it, we gaan naar de overkant, naar ons restaurantje. Gewoon even wennen aan de Zuid-Amerikaanse mentaliteit. Uit de eerste pinautomaat krijgen we geen geld. Wel uit de tweede. " Zie je wel, dat het goed komt", zeg ik tegen Peeetje. Maar toch gaan we op zoek naar ING hoofdkwartier in Buenos Aires. Omdat het in de beurt van de Busquebus is en het aan het einde van een mooie wandeling ligt, stem ik in. Het is geen foute beslissing. We worden warm onthaald door Marnix van Iterson. We leren veel over geld en Argentinië en zelfs over genetisch gemodificeerde soja (laat Rob het niet horen). We fietsen in het donker door Buenos Aires met Hema verlichting aan. Vorig jaar Los Angeles en San Francisco.We doen maar alsof het niks is. Twee dagen in Argentinië geweest. Peter doet het erg goed met z'n oranje trui en wanneer we Maxima roepen, gaat iedereen blij kijken. De dag eindigt op een slaapzaal in een hostel in Colonia, Uruguay, van elkaar gescheiden in een bunkbed. Alle private-rooms waren bezet en aangezien we al een mislukte poging tot kamperen hadden gewaagd, vonden we dit de beste optie. We nemen alle twee een benedenbed. De andere bedden zijn besproken, maar er is nog niemand. Gelukkig kunnen we met dollars betalen, want Uruguaanse pesos pinnen lukte niet. Na weer veel gedoe, drukte ik op dollars en jawel hoor, die rolden er zo uit! Peeetje is in alle staten wat zijn ING pas betreft. We hebben geld en we kunnen ermee betalen. Dat is het belangrijkste! We slapen alle twee voortreffelijk en ligt er nu niemand anders op ons zaaltje? Ja, toch wel! Op de grond liggen een jongen en een meisje samen op een matras; lepeltje lepeltje. Ze slapen rustig door, wanneer wij heel rustig met al onze tassen wegsluipen. Brrrrr, wat is het koud op onze eerste fietsdag in Uruguay. Handschoenen gaan aan. We kunnen niet lang stil staan, want dan verkleumen we. De harde, koude Patagonische winden, blazen ons wel de goede kant op. We maken veel kilometers en zoals het hoort, vinden we op het juiste moment een restaurantje en ook een hotel met een kachel en wifi!De volgende dag hebben we minder geluk. Zo'n 35 km voor Montevideo begint het heel hard te regenen. We belanden in een hoerenmotel. Midden in de nacht word ik ziek en dat duurt de volgende dag voort! Na een dagje rustig aan doen, gaat het beter met me. Onder een strakblauwe lucht fietsen we Montevideo uit. Het gaat redelijk goed met me. In ieder geval lukt het fietsen goed. De dag eindigt super! We eten eigengemaakte pizza door de Amerikaanse bazin van Hosteria Bella Vista, die we opgediend krijgen voor het open haardvuur! We blijven langs de kust fietsen. De wind is gunstig en de weg gaat licht op en neer. De temperaturen zijn 's avonds echter laag, maar de prijzen voor eten en overnachtingen zijn hoog. Overdag genieten we van de zon en ook hier vinden we het bermtoerisme uit. We eten brood op onze stoeltjes in de berm. Punta del Este is de strandplaats van  Uruguay en van Argentinië. Maar the place to be is Jose Ignacio. Wij merken er niet veel van, want bijna alles is gesloten.

vrijdag 19 juli 2013

Leuke dingen!


Als je met een fietsdoos van 1.80 m breed op Schiphol door de draaideuren wil passeren, dan voelt dat als een hond die met een grote stok dwars in zijn bek vol enthousiasme een kattenluikje in duikt.
Op het juiste moment met de kar de zwaai maken met de deuren mee, wil nogal eens mislukken. Of de doos valt er af, of de deuren gaan sneller dan jij kunt duwen, maar het meest waarschijnlijk is, dat je doos blijft haken aan de ingangshoek van de ronde draairuimte. De beveiligde deur stopt uiteraard bij de minste aanraking, maar dan zit je doos ook vermakelijk klem. Aangezien de Schipholkarretjes, voorzien van één zwenkwieltje vóór, nooit zijwaarts rijden, wordt het een heel gestuntel om het vastzittende kartonnen gevaarte weer rijdend in de carrousel te krijgen en de vertrekhal te bereiken. Het lijkt een beetje op boomstamzwaaien in een bochtige vestibule. De volgende hindernissen zijn de afzettingen bij de incheckbalies. Die zijn voor ons volkomen onbereikbaar, maar met een beetje geluk ontdekt een KLM-juf al ons probleem en snelt toe om opstoppingen, door ons veroorzaakt, te voorkomen. 
We worden verwezen naar een enorme weegschaal waar we onze afwijkende speeltjes op dienen te plaatsen. Dat is een heikel moment, want vorig jaar overschreed mijn fietsdoos ruim het maximaal gewicht van 23 kg. Nu hebben wij ze voor de zekerheid open gehouden om eventueel overgewicht te herstellen. Het valt mee. Eentje vertoont 23,4 kg, maar dat wordt getolereerd. We kunnen gaan dicht tapen. Deze horde is echter nauwelijks achter de rug, of de volgende dient zich aan: het vliegtuig is overboekt. Niet een beetje overboekt door een slaperige computer. Nee, zo legt men zonder blikken of blozen uit, dit is een vlucht met veel no-shows, dus zijn er 27 man welbewust overboekt voor het gemak. Wij hebben derhalve nog geen seats, dus kan men een uur voor vertrek bij de gate pas vertellen, of wij wel mee kunnen. Enige ongepaste termen spoken dan door mijn hoofd. De belofte dat “alles gecompenseerd wordt”, maakt bij ons geen indruk. Da’s balen. Zitten we misschien morgen hier nog. Aan de andere kant van de douane blusten we even snel de opwinding met een cappucinootje en een bakkie zwart in afwachting van het oordeel. De blondine bij de gate had gelijk een vrolijke mededeling: ze had onze seats al. Annelies sprong daar op in en vroeg of wij door de overboeking niet toevallig in aanmerking kwamen voor een upgrade. IJverig gleden de vingertjes van de grondstewardess over de toetsen en zij ontdekte zowaar nog twee businessclass seats. Nou, dat was boffen. Alleen, zo voegde ze toe, jullie zitten niet naast elkaar. Het pruillipje van Annelies maakte echter indruk. Andermaal werd gespeurd op het scherm, en…Jawel, er kwam nog meer uit het KLM verrassingspakket. We kregen zelfs twee business plaatsen naast elkaar helemaal vooraan, zonder stoelen voor ons. Feest dus. Al bij het binnenkomen kregen we champagne aangeboden.